Spring naar inhoud
Mijn ZorgpleinNoord

Resultaten uitstroomonderzoek Noord-Nederland 2024

Resultaten uitstroomonderzoek Noord-Nederland 2024

4 minuten
Page top visual

De belangrijkste reden waarom zorg- en welzijnsprofessionals in Noord-Nederland hun werkgever verlaten is een gebrek aan ontwikkelmogelijkheden. Dit blijkt uit de cijfers over 2024 van het landelijke doorlopende uitstroomonderzoek. Ook in de rest van Nederland is dit het belangrijkste vertrekthema, zie ook download Resultaten landelijk uitstroomonderzoek 2024. Het gaat daarbij zowel om te weinig doorgroeimogelijkheden naar andere functies als de ontwikkelmogelijkheden binnen de huidige functie.

Top 5 vertrekthema’s

De onderstaande grafiek laat de top 5 van meest gekozen vertrekthema’s zien van werknemers met een cliëntgebonden functie die in 2024 en in 2023 hun zorg- of welzijnsorganisatie verlieten. Afgelopen jaar (2024) was een gebrek aan ontwikkelingsmogelijkheden het meest gekozen vertrekthema. In 2023 was dat nog de planning van en tijd voor het werk. Bij planning & tijd zijn te veel roosterwisseling en te weinig invloed kunnen uitoefenen op het rooster de belangrijkste onderliggende vertrekredenen. In vergelijking met 2023 werd afgelopen jaar (2024) de inhoud van het werk vaker genoemd als belangrijk vertrekthema. De meest gekozen onderliggende vertrekreden bij werkinhoud is een gebrek aan uitdaging in de werkzaamheden.

Top 5 vertrekthema's zorg en welzijnsprofessionals Noord-Nederland

Landelijk is de privésituatie het op één na belangrijkste vertrekthema, in Noord-Nederland staat dit vertrekthema op nummer vier.  De meeste genoemde onderliggende vertrekredenen bij vertrek vanwege de privésituatie zijn; een verhuizing, carrièreswitch of te lange reistijd. Uitstroom vanwege mantelzorgtaken, ziekte en lichamelijk (te) zwaar werk worden minder vaak genoemd. Net als in de rest van Nederland werd werkdruk afgelopen jaar (2024) minder vaak genoemd als belangrijk vertrekthema dan in 2023. De vaakst gekozen onderliggende vertrekredenen hierbij zijn: te veel werkstress ervaren en te weinig tijd hebben voor cliënten.

Verschil naar leeftijd

Naar leeftijdsgroep verschilt de top 3 van belangrijkste vertrekthema’s. Voor zorg- en welzijnsprofessionals jonger dan 35 jaar is een gebrek aan ontwikkelmogelijkheden veruit de meeste gekozen vertrekreden. Ook voor de middengroep is dit een belangrijk vertrekthema, maar de planning van en tijd voor het werk staat op nummer één bij de 35- t/m 54-jarigen. Bij zorgprofessionals van 55 jaar en ouder is de werkinhoud het belangrijkste vertrekthema. De meeste gekozen onderliggende vertrekredenen voor hen zijn; een gebrek aan uitdaging in de werkzaamheden en te weinig invloed kunnen uitoefenen op de kwaliteit van zorg.

Top 3 vertrekthema's per leeftijdscategorie

Jonger dan 35 jaar:  
1. Ontwikkelmogelijkheden 34,1%
2. Privé situatie 22,4%
3. Werkinhoud 20,5%
35 t/m 54 jaar:  
1. Planning & tijd 25,2%
2. Ontwikkelmogelijkheden 23,4%
3. Werkinhoud 22,3%
55 jaar en ouder:  
1. Werkinhoud 32,6%
2. Werkdruk 24,2%
3. Planning & tijd 22,1%

Positie naar vertrek

De meeste zorg- en welzijnsprofessionals (78,1%) hebben na uitstroom bij hun werkgever een nieuwe baan gevonden; 2,7% gaat aan de slag als zelfstandige en 5,5% is nog op zoek naar een baan. De rest van de respondenten geeft aan (nog) niet op zoek te zijn (9,4%) of deze informatie niet te willen delen (4,3%).

Nieuwe werksituatie uitgestroomde zorg- en welzijnsprofessionals Noord-Nederland 2024

Van zorg- en welzijnsprofessionals met een nieuwe werksituatie (nieuwe baan of zelfstandige) blijft bijna 85% in de noordelijk zorg- en welzijnssector werken. Van zorg- en welzijnsprofessionals die buiten de sector werkt en nog geen nieuwe baan gevonden heeft, geeft 72% aan in de toekomst te overwegen om terug te keren naar zorg en welzijn.

Terugkeer overwegen naar zorg- en welzijn?

Resultaten landelijk uitstroomonderzoek 2024

Over de respondenten:

  • 784 vertrekkende medewerkers werkend in Noord-Nederland vulden in 2024 de vragenlijst van het uitstroomonderzoek in;
  • deze medewerkers hadden een cliëntgebonden functie, oftewel ze werkten in de directe zorg of begeleiding van cliënten
  • ze gaven aan op eigen initiatief (vrijwillig/ik heb zelf ontslag genomen) hun werkgever te verlaten
  • ze waren niet in opleiding (leer-werk-overeenkomst of stagiaire) of werkten niet als vakantie- of weekendkracht.

Voor vragen over dit artikel neem contact op met één van onze onderzoekers: